Een Europeaan in de Toronto Bubble.

Toronto is onlangs uitgeroepen tot een van de beste universiteiten ter wereld om de Geesteswetenschappen te beoefenen. Daar ben ik het mee eens. Wat mij betreft zou die claim alleen nog gespecificeerd mogen worden tot een van de beste ‘locaties’ voor de Geesteswetenschap. Wanneer je de metro in loopt, is het zodanig dat een plakkaat je zal herinneren aan de rechten van de mens. De straten zijn schoon, de zwervers zijn beleefd.  Ze zullen je nooit om meer dan twintig Canadese dollarcent vragen, niet meer dan tien eurocent, en zich verontschuldigen als je dat niet hebt. Alles wordt compulsief gerecycled. Gebeurt er nou niet veel slechts in deze stad, of is het dat ik er niet mee geconfronteerd wordt? Toronto is een stad die nuance lijkt te ademen.

Het is niet vergelijkbaar met andere metropolen.  Wanneer de lokale krant wat politieke problemen opsomt voor de aankomende verkiezingen, stel ik het op de proef:  ik wacht op het onvermijdelijke probleem dat zoveel denken globaal te zijn. ‘’Roads, finances, bike lanes. . . ‘’;  Nee, het woord ‘integratie’ valt niet, en hoor ik dan ook niet in Canada, behalve als ik naar gewoonte nu.nl eens bezoek.

Gesprekken met klasgenoten op het oude  (en overigens prachtig) campus  introduceerde me tot wat de Torontonians  ‘the Toronto Bubble’ noemen; wat zich vertaalt als: een eigen kleine wereld. Dat wordt tastbaar als je de Torontonians hoort praten over de veiligheid van hun eigen stad. Toronto lijkt mijlenver verwijderd van de criminaliteit zoals dat in New York of LA voorkomt. Toch  zijn er volgens hen zijn er zeker plekken waar je niet moet komen ’s nachts.  Dat is natuurlijk waar, maar over het algemeen zijn de straten alleen donkerder en de mensen zijn nog even en uitermate beschaafd.

De ‘bubble’ van Toronto doet me denken aan de ‘bubble’  van de Geesteswetenschappen, en misschien de wetenschap in het algemeen. Analytisch en theoretisch denken kan vaak alleen plaatsvinden met een gezonde afstand tot het subject. De stad geeft je ruimte om de ademen en denken, in het geheel je goed te voelen over je medemens en de potentie  om met elkaar in een grote stad te wonen. Abstracte principes zijn hier dagelijks aanwezig, de recycling alom, de rechten van de mens moeten op de muren in elke trein vastgezet om nageleefd te kunnen worden. Zelfs tijdens de introductieweek van de Universiteit werd het embleem van de Universiteit vanuit multicultureel perspectief geïnterpreteerd. Het intellect en de beschaving lijken te regeren in Toronto. Toch lijkt het soms zo benadrukt dat de angst ontstaat dat als je het even wegkrast, de bel verdwijnt en de beschaving instort. Maar misschien moeten we voor het moment zo’n cynische observatie even aan de kant schuiven.

Vaak voel je pas dat je echt bestaat als je in het midden van onheil zit, vandaar dat het soms allure heeft om te verdwalen in het manische Parijs, waar de mensen kortaf zijn en de Banlieu’s onhandelbaar. Of te verhuizen naar New York, de locatie van elke crimefilm.  Toronto laat je echter op een andere manier mens voelen. Het is een stad van woonwijken en dus een stad om te leven. En dat is nou net onvoorstelbaar; al dat goeds, en dan nog zo’n fantastische bandscene. Toronto is een thuis voor iedereen die dat zoekt.

Dit artikel is ook in de Alalos 2011 gepubliceerd

Plaats een reactie